Staal

Gepubliceerd op 26 november 2024 om 22:19

Mijn schip is van staal. Staal van 110 jaar oud. Aangevuld met staal van recentere tijden, gebruikt voor reparatie en aanpassingen van de Spera in Deo.

En dat staal is een bijzonder materiaal. Sinds circa 1850 begon men het voor schepen te gebruiken. Belangrijkste reden: ze konden daardoor schepen lichter maken dan met hout! Da's best verrassend, zou je niet verwachten. Én ze konden met staal de schepen groter maken dan met hout.

Het was toendertijd wel even wennen om met dit "nieuwe materiaal" schepen te bouwen, maar daarmee was in 1914, toen de Spera in Deo gebouwd werd, meer dan voldoende ervaring. Het aan elkaar maken van stalen platen en bevestigen op stalen spanten ging met klinknagels. Het lassen van staal kwam pas later.

 

En daar zit ik dan met mijn krabbertje te schrapen en te bikken. Nu nog aan de binnenkant, om de scheepshuid te ontdoen van los zittende (roest) delen. Tsja een klein nadeeltje van staal: het kan roesten. En dat geldt dus ook voor de Spera in Deo. Kan ook niet anders na 110 jaar.

Ik zag er een beetje tegenop, liet het graag aan anderen over om hiermee aan de slag te gaan. Maar na een aarzelend begin, begon ik er lol in te krijgen. Juist daar waar roest zit: door erop te slaan, te bikken, breken de brosse roestplakaten los en kan je het verwijderen. Tot het moment dat je al bikkend een harde "tak" of "kleng" hoort: dat betekent dat je op het staal zit en je dus door de roest heen bent. En da's een "lekker gevoel", te voelen en te horen dat het fundament van staal er nog steeds is. En voldoende dikte heeft, gemiddeld zo'n 5 a 6 mm, maar soms wel 20 mm, daar waar de romp "gedubbeld" is. Dat betekent dat daar extra platen aan de buitenkant opgelast zijn, omdat de originele stalen platen te dun geworden waren.

En da's maar goed ook. Hier en daar kom ik ook een gat tegen. En soms dikke plakaten roest dus. Maar dat lijkt soms erger dan het is: het schijnt dat 1 mm staal zo'n 1 cm roest oplevert. 

En als je dan zo een tijdje aan het bikken en schrapen bent, kom je ook in een soort van meditatieve stand: misschien wel een idee voor een nieuwe meditatie stroming "roest bik meditatie", maar dat terzijde ...

Sommige gaten in de romp maken we (=medewerkers van de werf) er zelf in, zoals de gaten voor de buiten leidingen van de warmtepomp. In de warmtepomp wereld heten die buitenleidingen "de bron", vertel ik later nog wel wat meer over.
En bij het boren van die gaten wordt weer eens duidelijk hoe hard en sterk staal eigenlijk is: das een behoorlijke klus om er doorheen te komen. Gelukkig maar!

 

Minstens zo belangrijk is dat ik met dit werk, mijn schip weer een beetje beter leer kennen: elk detail van de romp wordt gevolgd en schoon geschraapt. Zodat er een goede basis ontstaat waar straks de isolatie (gespoten PUR) tegenaan komt.

Én ik hoef het gelukkig niet alleen te doen: broer, zoon en vrienden zijn bereid een steentje bij te dragen en "vele handen maken licht werk" te laten gelden.

Én er wordt weer vanalles geleerd. Door het doen, maar ook door de kennis van de werfbaas en zijn medewerkers.

Én dan als kers op de taart van een dagje bikken, begint de 1e patrijspoort opening letterlijk vorm te krijgen. De werfbaas zelf die met een slijpmachine van buitenaf zich een weg naar binnen slijpt met het e.e.a. aan vuurwerk.
En waarbij het dan mogelijk blijkt om met een rechte slijpschijf een perfect rond gat te slijpen. Door de sleuven dringt het buitenlicht zich al een weg naar binnen en da's precies de bedoeling van de patrijspoorten die erin komen: licht in de duisternis!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb